lMA-ogo-small-white

FRANS FABER

kunstenaar

Over Frans

Konst voedt ’s mensen geluk……heette de dichtersclub waar Kynke (Cynthia) Lenige lid van was. Waarschijnlijk ging er een groot talent aan haar verloren. Zij zou hoogstwaarschijnlijk niet in Makkum zijn gebleven, want had ambities om verder te kijken en noemt haar geboorteplaats in een van haar verzen “Noodlottig Makkum” ….en wat mij aanspreekt is dat ze een voorkeur had voor satirische gedichten. Dat ze inderdaad een wat spottende kijk op de wereld had, of wellicht beter gezegd: een nogal nuchtere kijk op het leven, mag blijken uit de boodschap waarmee ze op de avond van de eerste oktober in 1780 bij haar vader kwam: “Heit, ik haw oan mysels de lingte fan myn deafet metten” zegt ze tegen hem. De man schrikt natuurlijk en hoopt dat het haar zwaarmoedigheid zal zijn die haar tot deze daad bracht, een gril waar nogal wat 18de eeuwse dichters last van hadden. Twee dagen later sterft Kynke aan de dissenterie, nog geen vijfentwintig jaar oud.

Makkum bracht meer dichters en schrijvers voort en als er een hemel bestaat hebben deze kleurrijke geesten elkaar daar vast ontmoet en genieten van elkaars werk. Hierbij een gedicht van de latere, naar mijn inschatting qua temperament verwante dichter en voordrager Wybren Altena. Ik heb het in een tekening geplakt die ik maakte voor “Doarp oan see”, geschreven door een andere Makkumer dichter/schrijver, namelijk mijn oom Hein Faber.

 

Getekend heb ik sinds ik een potlood kon vasthouden en ik hoop er nog lang mee door te gaan. De eerste kennismaking met het “het vak”  waren de schooltekenboeken van mijn vader en de prachtige schetsboekjes van mijn pake van moederszijde.

Het was mijn vader die mij de eerste beginselen van het ruimtelijk tekenen bijbracht. Dat je dingen  op een plat vlak driedimensionaal kon laten lijken was een openbaring. Nog steeds fascineert het mij dat je ruimte kunt suggereren, dat je zaken kunt tekenen waar je als het ware “in” kunt. Toen mijn vader eens een vlaggetje op een toren tekende dat echt leek te bewegen bleek dat een bijzonder moment wat nog steeds een rol blijkt te spelen in mijn werk. De optische illusie die ik toen waarnam heeft er wellicht toe geleid dat beweging in veel van mijn werk nog steeds een rol speelt.

Later leerde ik het werk kennen van de oude meesters uit de kunstgeschiedenis en het bleek dat toch vooral de vorm, de tekening mij het meeste boeide. De etsen en tekeningen van grootheden als Rembrandt en Dürer hebben mij ongetwijfeld beïnvloed, maar ook latere kunstenaars als b.v.  Max Klinger, Käthe Kollwitz en niet te vergeten Rodolphe Bresdin zijn van invloed geweest op mijn werk. Ook een tijdgenoot als Frits Drent, waarvan ik het werk leerde kennen in mijn academietijd, is zeker (wat zijn techniek betreft)  van belang geweest. De Poolse kunstenaar Josef Gielniak (waar ik op werd gewezen door mijn grafiek docent Wim van Veen) heeft met zijn fenomenale linoleum snij-techniek voor mij de ogen geopend. Er zijn natuurlijk nog veel meer oude en eigentijdse kunstenaars voor mij van belang. Om er nog enkele te noemen: de Duitser Horst Janssen was een groot tekenaar/graficus die ik erg bewonder, net zoals de Zweed Anders Zorn (behalve een virtuoze etser, ook een groot schilder en aquarellist). Schilders waar ik ook van houd zijn b.v. Pieter Pander, Sam Drukker; Ben Snijders en nog vele andere realisten met een “losse”toets. Van de vroegere schilders wil ik met name de Italiaan Antonio Manchini noemen.

DISCIPLINE
Kunstenaar & Illustrator

JAAR
2024

UIT
Nederland